Chugchilán en het kratermeer Laguna Quilotoa
Hola lieverdjes,
Qué tal? Iedereen weer terug van weggeweest? Even kijken...Thailand, Berlijn, Quatar en... Frankrijk of Portugal, Sannah en Rem? Hoe heeft iedereen het gehad in de wereld??? En alvast voor mijn lieve vriendinnetje Pils: lang zal Pilsje leven, lang zal Pilsje leven, lang zal Pilsje leven in de gloria, in de glo-ri-a, in de glo-ri-a. Hierperdepiep, hoeraaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa! Gefeliciteerd wijfie! Dikke verjaardagskus van mij!
Ik was gebleven bij The Black Sheep Inn, de geweldige herberg in het dorpje Chugchilán, gelegen op 3200 meter hoogte in de centrale hooglanden van de Andes. Na een goede nachtrust vertrokken we zondagochtend met zeven man plus gids met de bus naar Laguna Quilotoa, een groot kratermeer (hoogte 3800 meter). Vanuitdaar zouden we in ongeveer vijf uur tijd terugwandelen naar Chugchilán. Nu ben ik natuurlijk niet gewend om zolang te hiken en 3800 meter is behoorlijk hoog, dus ik maakte mijn borst al nat. Daarbij had ik enorm last van mijn rug van de verplichte zware wandeling van de vorige dag.
Bij het kratermeer aangekomen viel mijn mond letterlijk open van verbazing. Ik had wel foto's gezien van tevoren, maar dat het in werkelijkheid zo prachtig zou zijn had ik niet durven dromen. Het was er wel ijskoud, dus ik heb maar gauw even een muts en handschoenen aangeschaft. Na enige tijd genoten te hebben van het smaragdgroene meer dat beneden mij lag, begon de hike.
We moesten eerst grotendeels om het meer heen wandelen en al gauw was niet alleen mijn borst nat maar was alles doorweekt, want de regen kwam met bakken tegelijk de hemel uit. Door de striemende regen in mijn gezicht zag ik geen hand voor ogen, wat het hiken bemoeilijkte. De paden werden ook steeds glibberiger, dus ik moest goed opletten waar ik mijn voeten neerplantte. Genieten van de omgeving was er even niet bij...
Na een uurtje motregende het alleen nog maar en het is de gehele hike niet droog geweest. Maar dat was op zich niet zo erg, zolang het maar niet goot. Met wat spetters kon ik nog best het schitterende landschap in me opnemen. En die stortbuien tussendoor nam ik gewoon voor lief! Wat veel vervelender was, was inderdaad de lengte van de hike en de hoogte waarop we ons bevonden. Ik had echt mega-zere voeten na een uur of drie en het moeilijkste gedeelte moest nog komen: bergopwaarts!
De laatste anderhalf uur ging het steil omhoog over spekgladde weggetjes en iedere beweging die ik maakte werd door zuurstofgebrek genadeloos afgestraft. Ik liep te piepen en te hijgen als een paard (charming...!), mijn hart ging als een razende tekeer en op een gegeven moment had ik het gevoel dat mijn longen implodeerden. Ik werd duizelig, zag sterretjes voor mijn ogen dansen en mijn bewegingen werden steeds trager.
Maar het kon nog trager... Ken je die uitdrukking van die laatste loodjes? Nou, die is er niet voor niks! Ik liep inmiddels aardig achter op de rest, want dat stelletje berggeiten ging in een moordend tempo omhoog en scheen nergens last van te hebben. Maakte het er voor mijn gevoel niet echt beter op, ik vond mijn lichamelijke reactie nogal gênant, haha!
Echter, uiteindelijk komt altijd alles goed (met de juiste dosis geduld en doorzettingsvermogen in dit geval) en na keihard zwoegen kwam Chugchilán in zicht. Ik had het gehaald en was nog net niet aan hoogteziekte bezweken ;-). Maar...ondanks het feit dat het eigenlijk te zwaar was voor iemand die nog niet geacclimatiseerd is, veel rookt en geen bijster goede conditie heeft, had ik het voor geen goud willen missen. Het is gewoon echt een prachtige hike... De Lonely Planet heeft weer eens niet overdreven!
Eenmaal 'thuis' zat ik er zo doorheen dat ik even flink heb staan janken in mijn eentje. Ik had ineens heimwee en liefdesverdriet, elke spier in mijn lijf deed pijn en ik was zo op en versleten, ik kon gewoon niet meer. Alle vermoeidheid kwam eruit in de vorm van een tranendal en ik moet zeggen: het luchtte best op... Het diner was die avond gelukkig wel weer erg gezellig en ik heb zelfs nog heel dapper een paardrijtocht voor de volgende dag geboekt. En dat met een glimlach...
Besos,
Eba
Dodemansrit naar het zwarte schaap
Lieve vrienden, familie en ander gespuis,
Hier weer een verhaaltje van miss Buijs. Maar eerst wil ik jullie even vertellen dat ik veel aan jullie denk en ik jullie ondanks alle fantastische dingen die me overkomen wel mis! Ik heb soms behoefte aan knuffeltjes (en meer, haha, maar dat is niet jullie probleem ;-))!!! En oh ja, aan Hollandse kaas! Maar ja, ook dat hoort er allemaal bij en het is gelukkig niet zo dat het mijn reisnegatief beïnvloedt... Dat zou me wat zijn zeg, dan zouden jullie met z'n allenin het vliegtuig moeten springen om meeen groepsknuffel te geven! Ik vind het in ieder geval erg fijn om berichtjes van het thuisfront te ontvangen, dat doet me echt goed.
En dan nu over tot de orde van vijf dagen geleden. Om een uur of negen op zaterdagochtend nam ik de bus van Quito naar Latacunga, een dorp in de buurt van de vulkaan Cotopaxi, waar ik twee uurtjes later arriveerde. Hier moest ik overstappen en daar begon de verwarring.Op zaterdaggingen er slechts drie bussen vanuitLatacunga naar mijn eindstation Chugchilán, zo had de manager van het hostel in Chugchilán mij medegedeeld: om half twaalf via Sigchos, om twaalf uur via Zumbahua en om drie uur weer via Sigchos. Welkeroute ik ook nam, het zou een rit van ongeveer vier uur zijn. Maar... de bus van half twaalfbleek om half elf vertrokken te zijn en de bus van twaalf uur zat vol, dus moest ik weer vier uur wachten op de bus van drie uur.
Dacht ik...want toen ik bij het loket een kaartje kocht, kreeg ik te horen dat er ook om één uur een bus via Sigchos naar Chugchilán zou gaan. Het stond nergens aangegeven, maar goed, ze schreef de tijd ook netjes op mijn ticket dus ik dacht dat het wel goed zat. Ik had nog tijd om even te lunchen in Latacunga en daarna stapte ik drie kwartier te vroeg de bus in. Nou ja, te vroeg: er waren nog maar een paar plekjes vrij en al gauw stond de bus vol met Indigénas (indianen uit de Andes) in traditionele klederdracht, die zich met hun marktwaar opmaakten voor een lange rit door de bergenen kreeg ik tot drie keer toe een knaltegen mijnslaap van een vrouw met een doos met nogal scherpe hoeken...au mevrouw!
Afijn, we gingen op weg en in mum van tijd trok een wonderschoon ruraal berglandschapaan mijn gezichtsveldvoorbij. Echt, werkelijk waar schitterend. Mam, kan je je het landschap van Swaziland nog voor de geest halen? De heuvelruggen vol vierkante vlakken in verschillende kleuren groen, bruin en rood? Daar deed het me aan denken, alleen nu waren de bergen vele malen imposanter door hun grilligheid enomvang en was de aarde minder vuurrood dan in Afrika. Ik zat gedurende de hele tocht ademloos naar buiten te staren. Deels vanwege de schoonheid om me heen en deels vanwege het feit dat we in een gammele, roestige rammelbak zaten die over een smalle, onverharde weg vol gaten,kuilen en ontelbare haarspeldbochtenmanouvreerde... En geen vangrailuiteraard. Als ik uit het raamnaar benedenkeek, zag ik vaakniet eens eenglimps van de weg, maar enkel een duizelingwekkend diep ravijn. Pffffft! Ik was blij dat ik mijn aandacht een beetje kon richten op al het natuurschoon!
De tocht duurde langer dan gedacht en net toen ikaan begon te voelen dater iets niet klopte, stopte de chauffeur de bus en riep mij. Ik had onderweg gevraagd of ze me wilden droppen bij La Posada Ovieja Negra (beter bekend als The Black Sheep Inn), maar...ze waren me vergeten en alminstens een half uur langer doorgereden!Het begon al donker te worden, ik was in de middle of fucking nowhere en moest met zware backpack en zowaar nog zwaardere daypack anderhalf uur (!!!) teruglopen!Y gracias señor!Na een uur en een kwartier was ik nog steeds geen levende ziel tegen gekomen, was mijn rug totaalnaar de kloteen kon ikmijn ene voet niet meer voorde andere zetten. Het huilen stond me echt nader dan het lachen.
Op dat momentdoemde er achter mij een auto op en hoe voorzichtig ik gewoonlijk ook ben, ik dacht toen:'Bekijk het even lekker' en stak mijn duim uit. De wagen stopte en een blanke man vroeg waar ik heen moest. Ik antwoordde hem in half Engels, half Spaans en hij zei: 'Dat klinkt heel erg Nederlands. Je bent er bijna,stap maar in, ik ga daar ook heen. Ben hun vaste chauffeur'. Was het dus een Nederlander! Ik kon hem wel zoenen, maar dat heb ik toch maar niet gedaan. Ik ben nog nooit zo opgelucht geweestals op het moment dat we bij de herbergaankwamen en ik kon zeggen: 'Thank god, I made it!'.
The Black Sheep Inn is een eco-vriendelijke herberg die al vele eco-prijzen in de wacht heeft gesleept enis helemaal te gek: warm en knus, met schitterende vergezichten (zelfs vanaf het compost-toilet!), hangmatten eneen gezamenlijke ruimte met een openhaard eneenlangetafel waaraan 's avonds family-style gedineerd wordt. De koks toverende meest fantastische vegetarische gerechten op tafel en als je zo gezellig met alle gasten bij elkaar zit te eten is een glas Chileense rode wijn ook niet te versmaden. Ikheb die avond om de pijn wat te verzachten ook maar gelijk gebruik gemaakt van deFinse sauna...! Heeeeeeerlijk! Op deze bijzondere plek bleef ik drie nachten slapen en dat vond ik totaal geen verkeerd idee zoals je je kunt voorstellen!
Wordt vervolgd...
Veel liefs en vooral heel veel knuffeltjes,
Eef xxx
Hablas español?
Dag moppies,
Cómo estáis? Na een dag ziek op bed te hebben gelegen konden dan eindelijk mijn lessen beginnen en ik vond het behoorlijk pittig. Vier uur achter elkaar intensief privéles met alleen maar grammatica, woordenlijsten en werkwoorden, werkwoorden en nog eens werkwoorden. Na twee uur had ik al de grootst mogelijke moeite mijn aandacht erbij te houden, een uur later kon ik niets meer in me opnemen en aan het eind van de rit duizelde het me en had ik alles geblokkeerd wat ik net geleerd had moeten hebben. Kortom, het gaat nog niet top met mijn Spaans...
Natuurlijk heb ik er wel wat van opgestoken, maar ik kan het meesteecht niet onthouden. Het isgewoon teveel informatie in een keer! Ik heb alles opgeschreven en denk dat ik het een dezer dagen nog eens allemaal overschrijf, in de hoop dat hetop die manier wat beter blijft hangen. Maar die drie weken Spaans die nog in de pijpleiding zitten zijn in ieder geval geen overbodige luxe! Mijn lerares was aardig, maar een beetje timide, wat op mij een soortgelijke uitwerking leek te hebben. Ik werd al moe als ik naar haar keek, zeg maar.
Over de school zelf (La Lengua SpanishSchool) was ik niet zo tevreden. Ik had dus al betaald in Quito en ik zou in een eigen cabaña slapenmet privébadkamer.Eenmaal in Puerto Lópezbleken dehutjes vol vanwege een groep Duitse meisjes en werd ik bij een gastgezin geplaatst. Ik moest een kamer waar geen deur in zat delen metnog twee studenten en doordat het een open ruimte was sliepen we eigenlijk in een kamer met de familie. Ook de badkamermoesten we delen met de familie.En om nou te zeggen dat het er schoon was...
Nu ben ik best flexibel, maar ze hadden dit wel moeten melden en bovendien vond ikniet dat ik evenveel had moeten betalen als de mensen in de cabañas. We hebben wel een klacht ingediend, maar uiteraard mocht dit niet baten. Overigens was het gezin wel heel lief en ook mijn twee medestudentenwaren erg leuk. Marie-Eve uit Canada en Ramon uitZwitserland.Ikheb met name 's avonds met ze opgetrokken, want vanwege die groep had ik ook ineens ´s middags les i.p.v. 's ochtends. Mijn kamergenoten hadden wel 's ochtends les, duszijkonden de middagen samen doorbrengen.
De ochtendenstond ik meestal gelijk met de anderen op en ging ik naar het strand om mijn huiswerk te doen. Helaas is het zeven dagen lang zwaarbewolkt en regenachtig geweest en heb ik om precies te zijn anderhalf uur zon gehad.Dit was tijdenseen ochtendtripje naar Los Frailes beach, het mooiste strand van Ecuador naar het schijnt. Inderdaad een mooi zwart zandstrand, heerlijk rustig en heel schoon (het maakt onderdeel uit van Manchililla National Park), al hou ik persoonlijk meer van witte palmenstranden.
De week vloog voorbij en vrijdag na de laatste lesmoest ik alweer terug naar Quito. Hier kwam ik 's avonds aan en na een kort nachtje vervolgde ik mijn reis richting de centrale hooglanden van de Andes, waarover de volgende keer meer!
Hoop weer veel van jullie te mogen horen en een dikke knuffel vanuit Baños!
xxxxxxxxxx Eef
De klokkenluiders van de Pacific
Bultrugwalvis, humpback whale, ballena jorobado, baleine a bosse, Buckelwahl, Megaterra, Yubarta of Megaptera Novaeangeliae; in welke taal je je ook uitlaat over de Quasimodo's van de oceaan, het valt volkomen in hetniet bijhet luisteren naar de taal der bultruggen zelf...
Op zondagochtend in alle vroegte vertrekt een uit de kluiten gewassen speedboat metzestien ietwat gespannen opvarenden vanuit Puerto López richting Isla dela Plata. Een paar maanden per jaarhoudende walvissen zich op in de buurt van de kust om te paren. De mannetjes proberen de vrouwtjes te imponeren doorprachtigeverleidingsliederen te zingen die wel dertig minuten kunnen duren en die, zo blijkt uit recent onderzoek,een complexe, hiërarchische structuur hebben, waarmeede walvistaalin zekere,maar primitievezin overeenkomt met onze eigen taal. Beiden hebben een syntaxis, oftewel zinsbouw, algaat hetuiteraard te verom de twee talen daadwerkelijk naast elkaar te leggen en wetenschappers hebben bovendien nog steeds geen idee hoe ze de walvisliederen moeten interpreteren. Intrigerend...
Flirten
Dat het onderdeel uitmaakt van het paringsritueel staat voor de meeste onderzoekers wel buiten kijf. Zingen is echter niet het enige waarmeede klokkenluiders van de Pacific de lieftallige, voloptueuze dames proberen te versieren.Tegelijkertijd flirten zij er, net als de vrouwtjesoverigens, lustig op los doorbijvoorbeeld sierlijk te dansenmet hun staart.En de échte macho'sgooien hun hele, logge lijfin de strijd, door met gekromde rug in zijn geheel uit het water te springen. Zullen wij zeeliedentot de gelukkigen behoren de paringsdans van dezegebocheldezeereuzen van dichtbij te aanschouwen?
Tijdens de anderhalf uur durende tocht naar het eiland krijgt de groep te horen dat een volwassen vrouwtjesbultrug gemiddeld zo'n vijftien meter lang is enongeveerdertig ton weegt. Het mannetje komt er bekaaid vanaf met een lengte van 'slechts' tien meter. Wat voel ik me als mens ineens ontzettend klein en nietig... Dat heb ik sowieso altijd waneer ik op open zee ben met in de wijde omtrek niets dan water en lucht.Dankoesterik een bepaald soort eerbiedvoor de macht en de kracht die uitgaat van de immense oceaan en voorde onderwaterwereld die erin schuilgaat. Een wereldwaarinhet voor mij verborgen dierenrijk nog redelijk ongestoord zijn eigen gang kan gaan (als je de menselijke stropers buiten beschouwing laat). En met deze indrukwekkende informatie wordt dit gevoel nog eens versterkt.
Spuiten
Het eiland komt in zicht en hoewel we voortdurend verwachtingsvolnaar de oceaan hebben zitten turen, lijktPoseidon ons vandaag niet gunstig gezind te zijn. Maar dan zie ik in de verte water omhoog spuiten.Degidsen zien het ook en zonder waarschuwing vooraf geven ze gas. Met een scherpe bocht scheurt de boot in de richting van de walvissen, terwijl wij gezellig met z'n allen over elkaar heen tuimelen en ik zo'n beetje met mijn rechterteen in mijn linkeroor kan porren, mocht ik me daartoe geroepen voelen.Op het moment datwe naderbij komen zie ik ertot mijn grote vreugde twee deels uit het water komen en weer onderduiken. En dan, als we ongeveer op de plek zijn aangekomen waar we ze hadden gesignaleerd... gebeurt er helemaal niets meer. Zo plotseling alsde bultruggenverschenen, zovlug zijn ze weer verdwenen, terug naar veilige, eindeloze diepte van de zee.
Niet veel later duikt er uit het niets eenwalvis uit het water omhoog. Wauw! Wat een prachtig gezicht! En het is het niet een, het zijn er niet twee, maar wel drie.Nee, meer! Zezijn echt overal!Ik ben net als de rest van de groepoverdonderd door dit plotselinge groteske aantal walvissen dat zich om ons bootje verzameld heeft. In het wilde weg probeer ik plaatjes te schieten, wat eigenlijk best hilarisch is, want de zee is op zijn zachtst gezegdruig en door de hoge golfslagword ik voortdurendvan de ene kantvan de relingtegen de andere kant aangekwakt en dat maakt hetfotografreren verdomd lastig! Bovendien geven die beesten niet altijd van tevoren aan wanneerzezich laten zien... En ook niet wanneer zeer genoeg van hebben hun danskunsten te vertonen, zo blijkt na enkele minuten. Het is van het ene op het andere ogenblik weer rustig om ons heen.
Slikken
Nog nagloeiend van opwinding bereiken wehet eiland. Vlak voordat we aan wal gaan zien we nog een viertal zeeschildpadden. Leukeen onverwachte bonus!Er staat ons een wandelingvan tweeënhalf uur te wachten en als ik omhoog kijk naarhet steile pad, moet ik wel even slikken. Maar hoewel ik zo nu en dan wel aan het puffen en het hijgen ben, valt het uiteindelijk wel mee. Het eiland is zeer droog, waar ik normaal gesproken nooit bijzonder van gecharmeerd ben, maarondanks dat gegeven vind ik het er toch erg mooi. Misschien door de ruigheid en de puurheid van het eiland, de unieke flora en fauna die het eiland rijk is en door de rust en de stilte. Het wordt slechts bewoond door de dieren die we er te zien krijgen.
Westaan oog in oog metontzettend veel Blauwvoet Jan van Genten (of Blue footed boobies, wat ik een superlievebenaming vind) en ik ben op slag verliefd. Wat zijn ze ongelooflijk schattig!!! Die lieve, felblauween veel te groot uitgevallen zwemvliesjes, waarmee ze zichzelf voortdurend in de wegwaggelen. Ik moest direct aan Nelson Mandela denken. Hij noemt pinguïns altijd 'clumsy soldiers'. Nou, we hebben de blauwvoetige versie van de onhandige soldaatjes gevonden! Ook zij laten onsregelmatig hun trotse paringsdans zien, waarbij zehun vleugels wijd uitslaan, gevolgd door een oorverdovend gekrijs.Verder zien we veel Gemaskerde Jan van Gentendie er een sport van maken hun nest midden op het wandelpad te bouwen, erop te gaanzitten broeden en heeeeeeeeeel boos te worden als je vriendelijk vraagt of je mag passeren... Vanaf de rand van een klif zien zien we op een strandje nog een lobbes van een zeeleeuw liggen, prinsheerlijk luierend in de zon.De gids roept heel hard 'oew oew' en tot mijn verbazing kijkt hij nog omhoog ook!
Snorkelen
Na de lunch gaat de duikbril op enspringen we één voor één vanboord om te snorkelen. Ik had niet verwacht veel te zien en hoewel het koraal niet bijzonder is,zwem ik tot mijn verbazing tusseneen bonte stoetvan tropische vissen en andere zeediertjes. Ik kijk mijn ogen uit en herken maaréén soort: de papegaaivis.Prachtig. Dan zie ik een zeester die ik zachtjes even aanraak en verderopop de bodem bij een rotsblok ontwaarikeen slang, wat ik iets minder fijn vind. Na twintig minuten schiet ik opeensals een speer het water uit en beland inéén beweging op de boot. Ik dacht iets gezien te hebben dat verdacht veel leek opzo'n gevaarlijk, aalachtig monster, ik kan even niet op de naam komen. Geen idee ofdatüberhaupt mogelijk is, maar de gedachte eraan is voor mij genoeg. Einde snorkelavontuur.
Op de terugweg zien we weer onwijs veel bultruggen. Sommigen komen echt zo dichtbij, niet normaal! Ik schat zo'n 25 á 30 meter... Ik besluit het fotograferen te laten voor wat het is. Op de heenweg werd ik er zo door opgeslokt dat ik vergat optimaal te genieten van het moment. Een paar medepassagiers komen op het briljante idee op het dak van de boot te klimmen. Ik laat me ook omhoog trekken en zo zit ik op een spekglad dak van een wild heen en weer schuddende boot, zonder enige houvast met om me heen een stuk of acht van die waterreuzen. Just us en the whales... Ik heb een goed overzicht vanaf het dak en kan de walvissen haarscherp horen briesen, loeien, zuchten, spuiten en fluiten. Zo onbeschrijflijk bijzonder! We zien een paar volledige sprongen en veel zwierig gedraai met hun staarten. In één woordFANTASTISCH!
Na deze onvergetelijke dag eet ik samen met mijn kamergenootjesheerlijk op de Malecón en nemen we nog een cocktail bij het kampvuur op het strand. Wat een perfecte afsluiter van een van de mooisteervaringen van mijn levenlijkt te zijn,blijkt bij het naar bed gaan alsnog een andere wending te krijgen. Ik word ziek en hang de rest van de nacht boven de pot...MAAR het geeft niet, want ik hebmeer dan dertigwalvissen gezien, dus knappe voedselvergiftiging die mij eronder krijgt! Nou oké, één dagje dan... en wel ten koste van mijn eerste Spaanse les, helaas.
Lieve schatten, ik hoop dat jullie een heerlijk weekend hebben gehad en het nog steeds fijn hebben daar. Hoe waren alle feestjes? Hetpactorfeest en westergas enzo? Zoals jullie merken loop ik een beetje achter met mijn blog. Ik zal niet iedere dag zo uitgebreid beschrijven (wees niet bang!), maar deze moest... Morgen een beknopter verslag van de rest (of een deel ervan, haha).
Veel liefs en muchos besos!
Heel veel liefs
Puerto Lopez aan zee
Lieve allemaal,
Hoe gaat het met jullie??? Hier gaat alles goed, al ben ik wel twee dagen behoorlijk ziek geweest na het eten van een -overigens zeer smaakvolle- ceviche (vis gemarineerd en gegaard in citroensap) aan het strand... Koorts, kotsen, reizigersdiarree, echt alles erop en eraan. Zielig! Enne...excuses voor deze wellicht geheel overbodige uiteenzetting van mijn symptomen, haha!
Inmiddels ben ik aardig opgeknapt al voel ik me nog steeds wel een beetje gammel en mijn maag is nog wat van streek. Dat is nu eenmaal het risico van reizen in Zuid-Amerika: het maakt niet uit hoe voorzichtig je bent (ik poets zelfs mijn tanden met gezuiverd water!), vroeg of laat ben je toch wel het haasje. Maar verder gaat het prrrrrima!
De afgelopen week heb ik dus doorgebracht in Puerto Lopez, een stoffig, schattig en tranquilo kustplaatsje aan de Pacific. Ik had vooraf een aantal zeer voorname redenen om hier te zijn: walvissen spotten, Isla de la Plata & de Blauwvoet Jan van Genten, zon, zee, strand en Spaanse les. Dat beloofde wat en ik keek er echt reikhalzend (en na twee dagen tevens kokhalzend ;-)...) naar uit.
Ik kwam zaterdag in de namiddag aan en boekte direct voor zondag een tour naar Isla de La Plata, oftewel Eiland der Plateaus. In de volksmond ook wel Poor Men's Galapagos genoemd, aangezien je er eenaantal zeldzame en unieke diersoorten vindt, die behalve hier en op de Galapagos eilanden nergens anders ter wereld voorkomt. En Poor Men, omdat de Galapagos eilanden vreselijk duur zijn en Isla de La Plata niet! Galapagos komt wel als ik later groot, rijk en beroemd ben.
Tijdens de boottocht van en naar het eiland heb je van juni t/m september grote kans walvissen van dichtbijuit het water te zien springen en dat is al jaren een droom van me... Ik heb ze in Zuid-Afrika wel gezien, maar niet vanaf het water en alleen van verre. Dat leek een totaal andere belevenis, dus op hoop van zegen...
Of dat dit keer wel gelukt is en hoe het mij de rest van de week aan de kust is vergaan... dat lezen jullie spoedig! Er willen steeds andere mensen op de enige pc in het hostel, dus ik moet er echt mee stoppen nu, anders zit ik niet ontspannen... Maar om een en ander alvast te verklappen en daarmee tevens te ruineren: zie foto's!!! De eerlijkheid gebied mij wel te zeggen dat het niet zulke beste foto's zijn en dat de realiteit duizendmaal indrukwekkender is geweest.
Morgenochtend vroeg pak ik de bus naar de Andes en ik weet niet of ik daar internet tot mijn beschikking heb, maar ik doe mijn best de draad snel op te pakken.
Warme knuffels en een hele dikke zoen,
Eefje
Stappen en salsa in Quito
Eenmaal terug in de hectiek en de stinkende uitlaatgassen van Quito, the new town,overviel mij een niet te stelpen behoefte het Mindo-gevoel vast te houden en ik besloot alles uit de kast te trekken om de beruchte Mariscal om te toveren tot één grote bloemen- en nachtvlindertuin. Quasi-nonchalant stapte ikde eerste de beste schemerige bar binnen en bestelde una cerveza grande. Naast mij zaten een paar backpackers en ik vroeg of ik erbij mocht komen zitten. Maar natuurlijk!
Mijn gezelschap bestond de rest van die avond uit twee Japanners van 22 jaar en een Canadees meisje van 20 jaar. Nu was het leeftijdsverschil niet eens zozeer een probleem, de taalbarrière daarentegen des te meer. De Japanse jongens spraken zo goed als geen Engels en drie woorden Spaans en hetzelfde gold eigenlijk voor de dame (zij sprak niet meer dan gebrekkig Engels).Haar moedertaal bleek Fransen nou kan ik me indeze taalmet veel moeite best redden, maardat zouvoor die Japanners weer zo lullig zijn,aangezien dat zedátevenmin spraken... En tja, mijn Japans is ook niet echt om over naar huis te schrijven ;-).
Haiku
Uiteindelijk hebben we er met handen en voeten, supergoeie muziek en wat vloeibare rembrekers (eh...is dat er één, Lammert?) op een minst een onderhoudende avond van weten te maken. Ronduit vermakelijk werd het toen we een paar uur later een club binnenliepen. Een van de twee Japanners was afgehaakt en de andere, laat ikhem voor het gemak voortaan Haiku noemen (was het eerste wat in me opkwam en is ook nog eens best een leuke Japanse dichtvorm, dus als er iemand nog een mooie, origineleHaiku in de aanbieding heeft, kom maar door!), gaf schoorvoetend toe dat hij niet alleen voor het eerst in een club was, maar ook nog nooit gedanst had! Nou Haiku, maak je borst maar nat, dat moet gevierd worden!
Ik had nog geen twee slokken van mijn Pina Colada genomen of Haiku had van de zenuwen zijn fles bier al achterover geslagen. Zag ik dat nou goed en begon hij een tikkeltjelodderig uit zijn ogen tekijken? Zodra hij zijn mond opendeed wist ik het zeker: zum klossen! 'Yooi, ai, oi, hihi, haha, oi, oi, oi' begon hij scherp. Hmmm, interessant... Perdone, no comprendo amigo! Hij haalde slechts zijn schouders op en trok ons vervolgens in één vloeiende beweging (not...)de dansvloer op. Ik probeerde hem wat danspasjes voor te doen en hij vond het één groot feest. Voor iemand die zo laveloos was, bleek hij nog best een snelle 'leelling'.
salsa y chiquitos
Het volgende salsanummer werd ingezet, ik werd door iemand ten dans gevraagden voor ik het goed en wel beseftezweefde ik door de zaal met een twintig jarig Ecuadoriaantje van maximaal 1.50 m (ik ben zelf 33 jaar en 1.66 m).Nou ja, moet kunnen, hij had in ieder geval gevoel voor ritme en kon goed leiden, dus voldoende ingrediënten voor een prima dansje. Het viel me trouwens wel direct op dat de Ecuadorianen in vergelijking met Cubanen minder sexy, stomend en opzwepend salsadansen. Het is nog steeds te gek om naar ze te kijken en met ze te dansen, maar het haalt het niet bij Cuba!
Na een tijdje ging desalsa over in housemuziek en precies temidden van die overgang werd ik door weer een ukkepukje ten dans gevraagd. Hoe jong? Achttien??? Het moet niet gekker worden... Dat hij zo klein en zo jong was en toch met mij wilde dansen vond ik aandoenlijk en ergens wel komisch, maar eenmaal op de dansvloerstikte ik er -in stilte- bijna in.
Romance in tha house
Ik ben natuurlijk gewend op een bepaalde manier op house te dansen, dus dat deed ik nu ook. Hij deedop zijn beurt verwoede pogingen mijn springerigebewegingen exact te kopiëren. Dat deed 'ie op zich leuk, alleen hield hij dus gewoon het hele nummer lang zijn hand stevig op mijn arm. Nou ik kan je vertellen, dat ziet er dus echt niet uit... En als je house een beetje kent, weet je dat het de meest individualistische dans is die je je maar kunt voorstellen. De meeste mensen staan met hun ogen dicht weg te spacen, totaal van het pad en compleet in hun eigen wereld... Ach, als je maar kunt laten zien dat je hoe dan ook een danspartner hebt en zodoende geen gezichtsverlies lijdt, is alles geoorloofd denk ik dan maar. Maar dat is mijn interpretatie, ik kan er volkomen naast zitten.
Ik vond het daarna wel weer mooi geweest, want het strand en mijn eerste lessen Spaans stonden in spreekwoordelijke zin (happy, Syl?) voor de deur.
Veel liefde voor jullie daar en een dikke knuffel,
Eef xxx
Canopy tour met Super(wo)man in de hoofdrol
Een canopy tour in Mindo dus. Daar stond ik dan... gehesen in een tuigje, met een veel te grote helm op mijn hoofd op een houten plateau te bedenken wat ik hier in godsnaam deed, onderwijl uitkijkend over het uitgestrekte nevelwoud. Ik probeerde de lengte en de hoogte van de eerste zip line in te schatten, maar werd er zo nerveus van dat ik daar ogenblikkelijk weer mee ophield. 'Niet denken, maar doen', zo hield ik mijzelf dapper voor.
Ik kreeg niet een maar twee gidsen mee, zodat het mogelijk was om trucs te doen tijdens de canopy tour. 'Trucs... juist', dacht ik nog net voordat ik met opgetrokken knieën en achterover hangend aan de eerste kabel hoog boven de groene toppen van de bomen zoefde. Ik bereikte veilig de overkant en hoewel ik even moest wennen en ik mijn hart licht in mijn keel voelde kloppen, moet ik zeggen dat ik het eigenlijk gewoon heel cool vond om te doen.
Een zeer steile klim naar de volgende zip line volgde en naar adem happend (oké, alleen ik...) bereikten we het tweede plateau. 'Superman?', vroeg de gids. 'Jezus, nu al trucs?' dacht ik verschrikt, maar ik zei ondertussen heel enthousiast: 'Si, bueno'. Bij Superman was het de bedoeling dat de gids vlak achter me hing en ik mijn benen naar achteren om zijn middel geklemd hield. Vervolgens richtte ik mijn bovenlichaam op (goed voor de buikspiertjes!) en spreidde mijn armen. Zo vloog ik als Superwoman door de lucht. Dat ging hard en het was echt net alsof ik kon vliegen...Gaaf!
En toen kwam het absolute toppunt uit de trukendoos tevoorschijn...The Butterfly... Ik moest voor de gids gaan staan, maar dit keer met mijn gezicht naar hem toe. Ik denk dat hij de angst in mijn ogen kon lezen, want hij begon te grinniken en gaf me een bemoedigende knipoog. Niet dat dit hielp, maar toch lief. Hij pakte een voor een mijn benen en stak ze loodrecht omhoog de lucht in, met als gevolg dat ik dus ineens op mijn kop hing. Ik spreidde mijn armen en benen en sjeeste toen ondersteboven als een vlinder van A naar B...
De eerste seconden dacht ik: 'Oooooooooooooooooooh shiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit'. Als ik naar boven keek zag ik de hemel en beneden mij zag ik het woud, maar het leek alsof de wereld op zijn kop stond in plaats van ikzelf. Een hele vreemde sensatie. Halverwege begonnen we om onze as te draaien en ik had het gevoel dat ik omviel. Ik vloekte vanbinnen en ineens verklaarde ik mezelf volkomen voor gek. Ik vond het plotseling doodeng en in een reflex greep ik naar de armen van de gids, waardoor we alleen maar meer uit balans raakten. 'Tranquila, tranquila', riep de gids nog in een poging mij gerust te stellen. Maar ik kon alleen maar denken: 'Niks tranquila, we storten ter aarde, wanneer zijn we er in vredesnaam?'.
En op dat moment, zomaar uit het niets, sloeg de doodsangst om in een adreline rush en wilde ik het alleen nog maar intens beleven. Ik liet de gids voorzichtig los, spreidde mijn armen en genoot van de laatste seconden. Er verscheen zelfs een glimlach op mijn gelaat. Eenmaal met beide benen op het plateau, stond ik van top tot teen te trillen. 'Loca, loca, loca. Soy loca', bracht ik hoofdschuddend uit, tot groot genoegen van de gidsen. Nog tien zip lines te gaan...
Achteraf kan ik zeggen dat ik het behalve gekkenwerk ook een briljant avontuur vond. Het was een aanslag op mijn fysieke en mentale gesteldheid, maar wel te gek en uniek. En ik ben apetrots dat ik het heb gedaan! Ik heb dan weliswaar in een ver, ver verleden als voltigeur met enige regelmaat op mijn kop gestaan op een galopperend paard, maar op een of andere manier was dat -althans in mijn herinnering-toch net even ietsminder heftig. Misschien omdat je wat minder meters diep naar beneden klettert als het mis gaat...of zijn dit om met de nu al legendarische terminologie van mijn grote taalvriend uit het Friesche te spreken slechts 'breinverruksels'?
Toen ik een uurtje later afscheid nam van Susan (Luiz was er helaas niet)omdat ik de bus naar Quito moest halen, kreeg ik een hele warme, dikke knuffel van haar. Zo schattig! Wat een mooie dag. Vaarwel lindo Mindo, je was fantastisch en hopelijk tot wederziens!!!
Ik hoop dat met mijn lieverds (en poes Lola!) in Nederland, Thailand en Zuid-Afrika alles goed gaat! Ik geniet nog steeds ontzettend van alle reacties en emails. Thanks all!
Veel liefs en kussen,
Eef
Mindo: de vlindertuin
Vanuit Mindo is het een uurtje wandelen door een prachtige groene omgeving. Waar ik ook keek, het was één bont kleurenpalet van bloemen, vlindertjes, hummingbirds en andere vogels. Ik genoot de hele weg van de rust en de stilte, die zo nu en dan slechts onderbroken werd door een kakafonie van tjilpende en fluitende vogels.
Het gevoel zo één met de natuur te zijn maakte me intens gelukkig. Ik kwam geen levende (menselijke) ziel tegen en in plaats van dat dit mij een gevoel van eenzaamheid gaf, voelde ik me bevoorrecht dat ik dit mocht meemaken. Machtig... Een soort van Remy maar zonder de neiging om mijn moeder te roepen (no offense mom).
De zon scheen fel en het werd inmiddels behoorlijk warm. Ik was al meer dan een uur een soort van omhoog aan het klimmen en het zweet brak me aan alle kanten uit. Net op het moment dat ik het bijna niet leuk meer vond, bereikte ik echter mijn doel: de vlindertuin. Ook hier was ik alleen, dus ik kon heerlijk ongestoord en op mijn dooie akkertje rondkijken en foto's maken.
De ene vlinder was nog mooier dan de andere en sommigen waren zelfs groter dan mijn hand! Ik smeerde een beetje bananensap op het topje van mijn vinger en liet zo'n reuzenvlinder met uiterste voorzichtigheid op mijn vinger kruipen. Een vreemde gewaarwording, die enorme poten op je hand... Al met al was het zeer de moeite waard en vond ik het een ‘delightful experience' (kan zo gauw geen Nederlandse term vinden die de lading dekt).
Vanaf de vlindertuin was het nog een uur omhoog hiken naar mijn volgende missie: een heuse canopy tour! Dertien zip lines waaraan je vastgehaakt wordt en waarmee je over de toppen van de bomen in het woud sjeest... De wandeling was op zijn zachtst gezegd pittig en toen ik eindelijk mijn bestemming bereikte, was ik volledig buiten adem en half uitgedroogd omdat ik geen water meer had. En het heftigste gedeelte moest nog beginnen!
Hoe dat avontuur is afgelopen kunnen jullie lezen in mijn volgende blog. Ik hoop dat alles goed met jullie gaat en geef jullie vanuit hier een dikke pakkerd.
Hasta luego,
Eva